Je webteksten schrijf je in de eerste plaats natuurlijk voor je bezoekers: pakkend, informatief, leerzaam èn scanbaar. Mensen lezen een webtekst namelijk niet van A tot Z, ze scannen.
Ga maar na wat je zelf doet.
Je Googled… omdat je naar een bepaald soort bedrijf of dienst op zoek bent, of omdat je een vraag of probleem hebt waarvoor je een oplossing zoekt.
Vervolgens klik je op één van de zoekresultaten en check je razendsnel of deze pagina (en website) jou wat te bieden heeft.
Zo niet, dan keer je terug naar de zoekresultaten.
Ziet het er veelbelovend uit? Dan blijven we hangen om de teksten nauwkeuriger te lezen en de site verder bekijken.
Dat besluit wordt echt razendsnel genomen!
Ruim 3/4 van je bezoekers scant alleen een nieuwe webpagina (86%) en slechts 16% leest de hele tekst.**
Je doet het waarschijnlijk ook op deze pagina (waarvan je weet dat dit waardevolle informatie bevat 😉), het gaat vanzelf!
Zorg er daarom voor dat je webteksten helder, pakkend en scanbaar zijn. Dat doe je zo…
Gebruik witregels, titels, kopjes, buttons en vetgedrukte teksten
Je maakt teksten beter scanbaar door goed gebruik te maken van witregels, titels, tussenkopjes, vetgedrukte teksten en buttons.
Een goede webtekst is zodanig opgebouwd dat ALLEEN het lezen van de titels en tussenkopjes de kern van de hele tekst communiceert.
Maar je wilt natuurlijk ook goed gevonden kunnen worden in Google.
Daarbij spelen die titels en tussenkopjes een belangrijke rol. Dit geldt overigens voor zowel je Divi pagina teksten als blog berichten.
Gewone tekst markeer je als ‘paragraaf’
Google leest jouw webteksten in HTML. In HTML staat een paragraaftekst tussen <tags></tags>
<p>dit is een paragraaf tekst</p>
Voor titels gebruik je een H1, H2 of H3 titel.
Officieel zijn er zes soorten titels (H1 t/m H6), maar H1 t/m H3 doen er toe wanneer het op SEO aankomt.
H1 koptekst
H1 zou je kunnen zien als de titel van een boek, daar is er maar 1 van.
Geef je webpagina of blog bericht dus slechts één H1 titel.
En zet ‘m optimaal in. Maak met je H1 duidelijk waar de pagina of het blogartikel over gaat.
Probeer het belangrijkste zoekwoord van je artikel in de H1 op te nemen. Hoe eerder je dat zoekwoord in de titel noemt, hoe meer nadruk (en waarde) het zoekwoord voor Google krijgt.
Leesbaarheid staat voorop!
Ga niet krampachtig zoekwoorden proppen; hou het naturel en richt je altijd op de lezer. Je hebt niets aan vindbare teksten die vervolgens zooooooo saai zijn dat droomklanten niet de moeite om ze te lezen!
Zorg voor een pakkende H1 titel die de aandacht grijpt, schrijf persoonlijk en richt je op je ideale klant. En wees duidelijk: laat weten waar het artikel over gaat.
Past dat o zo belangrijke zoekwoord niet en vind je ook geen passende alternatieven? Laat het dan lekker achterwege in de titel en pas het zoekwoord (of de zoekterm) elders toe: in een tussentitel, link of buttontekst, je URL, en de bestandsnaam van een afbeelding.
H2 koptekst
H2 zijn de hoofdstukken waaruit het boek is opgebouwd.
Je kunt meerdere H2 titels in je webtekst gebruiken; zo veel als nodig is!
H3 koptekst
H3 zijn tussenkopjes waaruit de teksten in een hoofdstuk verder zijn opgebouwd.
Hier kun je er wederom meerdere van gebruiken per webpagina.
In die orde van logica moet je gebruik maken van je H1 t/m H3 titels. Zo geef je duidelijk aan Google aan wat de kern van een tekst is, wat de onderverdeling is en welke titels en stukken tekst het belangrijkst zijn.
Je deelt de tekst eventueel nog verder op in tussenkoppen met H4, H5 en H6 titels. Deze doen voor SEO vrij weinig, maar ze kunnen nuttig zijn om langere teksten visueel beter scanbaar te maken.
Op deze pagina gebruik ik bijvoorbeeld H1 t/m H4 titels, vetgedrukte teksten, afbeeldingen en korte paragraafteksten met witmarges om de tekst op te delen en scanbaar te maken.
Vindbaarheid in Google met pakkende teksten gericht op jouw publiek
Wanneer je goed gebruikt maakt van H1, H2 en H3 titels in je webteksten draag je bij aan je vindbaar in Google. Je maakt het Google eenvoudiger om je pagina’s te indexeren en te snappen waar deze over gaan.
Google let verder op dikgedrukte woorden, cursief, en de bewoording in buttons en linkjes. Maar ook op bestandsnamen van afbeeldingen en of deze voorzien zijn van een alt-tekst.
Wees je hier bewust van wanneer je woorden dikgedrukt weergeeft en let op de bewoording die je gebruikt in een link of button. Het betekent voor Google dat dit woord of deze woordgroep belangrijker is dan de gewone paragraaf tekst.
Maar nogmaals: schrijf je teksten écht altijd in de eerste plaats voor je publiek – die droomklanten die je graag wilt bereiken – en ga ze niet krampachtig volstoppen met zoekwoorden. Hou Google in gedachten, maar schijf naturel, pakkend, en op de bezoeker gericht. Vind de juiste balans.